zondag 1 juni 2014

Opdracht 4: ABC- it's easy as 123

Zomerstad

In de stad daar staan de huizen
zwaar te zuchten in de zon,
oude huizen, nieuwe huizen,
wolkenkrabbers van beton.

O die stad, die stad van steden,
blokken stenen in de zon,
blokken, blokken aan je benen,
ik wil naar de horizon.

Ik wil meer dan wat plantsoenen
of een afgepast gazon,
ik wil lopen naar het groene
land voorbij de horizon.

Het gedicht bestaat uit drie strofen, waarvan alle vier kwatrijnen zijn. Het is wel een traditioneel, ook al is er geen sprake van een bepaalde dichtsoort. Het is een traditioneel gedicht, het is opgebouwd uit 3 strofen van elk vier versregels, kwatrijnen genoemd. Wel zien we een hechte compositie. De strofenobouw en de grammatica zijn bij ieder hetzelfde. Ook is er sprake van herhaling, zoals het woord horizon dat terugkeert in verschillende strofen, maar ook blokken en huizen komen meerdere keren voor. Er zijn ook enjambementen in het gedicht te vinden namelijk: in strofe 1 huizen, in strofe 2 geen enjambement, in strofe 3 plansoenen en groene. Het ritme van het gedicht is vrijwel constant, tot de laatste twee regels waarin het na groene iets versnelt. Er is  veel eindrijm terug te vinden in het gedicht, aangezien het rijmschema ABAB wordt gebruikt. Er zijn ook verschillende vormen van rijm te vinden. Rood is namelijk vrouwlijk rijm en blauw weer mannelijk waardoor er een goede afwisseling ontstaat tussen de twee. 

Ook zijn er vormen van beeldspraak te vinden in het gedicht. Een voorbeeld hiervan is de personificatie van de huizen in de tweede regel. De huizen zuchten natuurlijk niet echt, maar er wordt hier bedoelt dat ze simpelweg in de zon staan. Ook door eerst de huizen blokken te noemen, en vervolgens een gezegde te noemen legt de schrijver verband tussen de twee. De blokken aan je benen zijn hier dus de huizen die het zonlicht blokkeren. Dit hangt weer samen met wat er in de eerste strofe werd gezegd. Het verband tussen dezen wijst dus weer op symboliek. Wanneer hij vertelt over de oude huizen, de nieuwe huizen en de wolkenkrabbers maakt hij gebruik van een opsomming. Ik vind wel dat er een goede inhoudelijke structuur is. Terwijl je het leest, lijkt het alsof je naar een conclusie toe leest. Er is een duidelijke opbouw in zijn vertelwijze. Ik denk dat het motief van de schrijver was dat hij duidelijke wilde maken dat het weinige groen dat er nog is, langzaam ook verdwijnt. Hij wenst meer natuur, meer groen in de steden, dan de blokken beton die nu tegenover hem staan. Voor mijn gevoel is dit niet echt een bijzondere vertelwijze. Wanneer iemand een stad op deze manier zou omschrijven tijdens een gesprek zou ik wel raar opkijken, maar in de poëzie niet. Ik merk ook geen bijzondere ervaringen of bijzondere tegenstellingen op in het verdere gedicht. Ook het woordgebruik is vrij alledaags, op de manier van overbrengen na. 

Ik vind het gedicht zelf erg mooi geschreven, maar mijzelf pakt het niet zo, omdat ik niet hetzelfde gevoel heb als de schrijver wat betreft zijn motief voor het gedicht. Ik voel er dan ook niets specifieks bij buiten dat het een mooi gedicht is, dat anderen zeker wel zal raken. Ik vind het wel een origineel gedicht, niet persé om het thema, maar om de manier waarop het gebracht wordt. De formulering en het vele gebruik van beeldspraak is iets wat ik altijd wel kan appreciëren in een gedicht. Ook zoals ik al eerder vermeldde vind ik de opbouw ook erg aangenaam, omdat het lijkt alsof je ergens naartoe leest.


Egidiuslied - Anoniem

Egidius, waar ben je gebleven.
Ik mis je zo, mijn kameraad.
Jij koos de dood, liet mij het leven.
Je vriendschap was er vroeg en laat,
maar 't moest zo zijn, een van ons gaat.

Nu ben je in 't hemelrijk verheven,
helderder dan de zonneschijn,
alle vreugd is jou gegeven.

Ik mis je zo, mijn kameraad.
Jij koos de dood, liet mij het leven.
met deze wereld en zijn kwaad.
Bid nu voor mij, ik ben verweven
met deze wereld en zijn kwaad.
Bewaar mijn plaats naast jou nog even,
ik moet nog zingen, in de maat,
tot de dood, die elk te wachten staat.

Egidius, waar ben je gebleven.
Ik mis je zo, mijn kameraad.
Jij koos de dood, liet mij het leven.
Je vriendschap was er vroeg en laat,
maar 't moest zo zijn, een van ons gaat.
(vertaling Willem Wilmink)
Ook dit is een traditioneel gedicht. Ook is er sprake van een bepaalde dichtsoort, namelijk: elegie of klaagzang. In een elegie geeft de dichter uiting aan zijn gevoelens van verlies, b.v. bij het verlies van een dierbaar persoon. Ook is het een hechte compositie. Het gedicht bestaat uit vijf strofen, waarvan de eerste, vierde en vijfde uit een kwintet en de tweede en derde uit een terzet. Er is niet sprake van woordherhaling, maar wel wordt de complete eerste strofe herhaalt. De eerste strofe en de vijfde komen namelijk compleet overeen. Ook wordt het deel 'ik mis je zo mijn kameraad', drie keer herhaalt in het gedicht. Het ritme en metrum zijn over het hele gedicht hetzelfde. Ik kon geen enjambementen vinden in het gedicht. Er wordt wel veel gebruik gemaakt van rijm en met name eindrijm. Het rijmschema is: ABACC - ABA - ABA -ABACC - ABACC.

Ik vond enkele vormen van beeldspraak in het gedicht. Wanneer hij helderder dan de zonneschijn schrijft, bedoelt hij ermee dat zijn overleden vriend gelukkig is. Ook staat er dat hij nog moet zingen in de maat. Dit betekent dat hij nog even door moet gaan met leven.Het motief van de schrijver was denk ik een manier vinden om zijn verdriet te uiten. Het thema van het gedicht is de dood, verlies en verdriet. Ik vind dit wel een bijzondere vertelwijze, omdat er zoveel emotie in schuilt. Ook is het denk ik een momentopname, want dit is duidelijk een moment geweest van immens verdriet, dat waarschijnlijk later minder geworden zal zijn. Ik zie geen verrassend woordgebruik, bijzondere tegenstellingen. Ook voel ik geen verdere bijzondere ervaring tijdens het lezen.

Ik vind het een erg mooi gedicht en het wekt ook wel degelijk een gevoel bij me op. Je merkt zo duidelijk het immense verdriet van de schrijver, wie het ook mocht zijn, dat het je daadwerkelijk raakt. Ook vind in de opbouw erg mooi. Vooral de manier waarop het gedicht eindigt zoals het begon. Ook formulering vond ik erg fijn, omdat het om de een of andere reden fijn weg leest. Ik denk dat dit komt door de 'simpele' zinnen, terwijl er een enorme lading op ligt. Het thema de dood en verlies ligt natuurlijk bij iedereen wel gevoelig, en ik denk ook dat dat een van de redenen is dat het me zo aansprak. Desondanks vind ik het gedicht niet heel origineel. Het is namelijk wel een veelbesproken onderwerp, en ook het woordgebruik is niet buitengewoon.

dinsdag 27 mei 2014

Opdracht 3: metrum, rijm en zorgen dat alles mooi klinkt

Woningloze – J. Slauerhoff

Alleen in mijn gedachten kan ik wonen.
Nooit vond ik ergens anders onderdak;
voor de eigen haard gevoelde ik nooit een zwak,
een tent werd door den stormwind meegenomen.

Alleen in mijn gedachten kan ik wonen.
Zoolang ik weet dat ik in wildernis,
in steppen, stad en woud dat onderkomen
kan vinden, deert mij geen bekommernis.

Het zal lang duren, maar de tijd zal komen
dat vóór den nacht mij de oude kracht ontbreekt
en tevergeefs om zachte woorden smeekt,
waarmee ‘k welkeer kon bouwen, en de aarde
mij bergen moet en ik mij neerbuig naar de
plek waar mijn graf in ’t donker openbreekt.

Het gedicht dat ik heb gekozen van de twee is 'Woningloze' van J  Slauerhoff. Ik koos dit gedicht, omdat het mij veel meer aansprak dan het andere en ik het ook fijner vond om te lezen.
Eerst ging ik opzoek  naar vormen van elisie in het gedicht, en de eerste die mij opviel was het gebruik van 'k in plaats van 'ik' in de derde regel van onder af. Hierbij kan je meteen een voorbeeld noemen waarbij de schrijver nog meer elisie had kunnen toepassen, namelijk door de andere keren dat er ik wordt gebruikt, vervangen door 'k. Een ander voorbeeld van elisie is te vinden in de laatste regel van het gedicht waar er 't wordt gebruik in plaats van 'het'. Net als bij het vorige voorbeeld zou ik ook hier de andere keren dat het wordt gebruikt het vervangen met 't om er regelmaat in te houden.

Hierna zocht ik het metrum, maar deze heb ik niet kunnen ontdekken in dit gedicht. Wanneer ik het lees kan ik namelijk geen beklemtoonde lettergrepen vinden die ook nog eens regelmaat hebben en ook niet in de minder beklemtoonde lettergrepen.

Verder moest ik op zoek naar een enjambement, en deze vond ik in regel acht van het gedicht. Het effect dat een enjambement geeft in deze zin is dat er een nadruk wordt gelegd op een bepaald woord. Dat woord is hier 'wildernis'. Het enjambement in deze zin zorgt voor een onderbreking, waardoor de lezer even een soort pauze moet opmerken. Een ander effect dat het met zich meebrengt is dat de laatste woorden sneller moeten worden opgelezen, zodat het gedicht wel zijn ritme behoudt verder. Ditzelfde is ook te vinden in regel elf.

Het rijmschema dat er te vinden is, is:
A B B A
A B A B
A B B C C B

Ook kunnen we voorbeelden van klinkerrijm vinden in het gedicht. Voorbeelden hiervan zijn de eerste en de vierde regel van de eerste strofe. Verder zitten er in dit gedicht ook een paar voorbeelden van klinkerrijm, zoals de eerste en de vierde regel van de eerste strofe en ook in de eerste regel van de tweede strofe. We zien in de eerste strofe omarmend rijm, want de eerste en de vierde regel rijmen op elkaar. Ook zien we dit weer bij de tweede en de derde regel. In de tweede strofe wordt er gebruik gemaakt van gekruist rijm, want regel 1 en 3 rijmen op elkaar, maar ook regel 2 en 4.

Dit gedicht is een sonnet, omdat  het bestaat uit 14 regel en, omdat de eerste twee hiervan kwatrijnen zijn. De laatste strofe wijkt wel af van een klassiek
sonnet, maar het gedicht valt er desondanks onder.

Kind van Mei - dichter onbekend
Ik ben een Kind van Mei,  een dagdromer, als ik in
het rondkijk, ontwaar ik waarheden, als bloesems blaas 
ik ze van bomen, de atomen vormen een waas 
van een wanordelijke waarachtigheid waarin

Ik mezelf verlies, waarin ik mezelf niet terug vind,
maar heus, dat geeft niet, want ik draag de onwetendheid
als een vest. Wanneer het lente is, trek ik geheid
het vest weer uit, want ik ben van Mei, een lentekind.

Ik besef me terdege, dat ik ben verwekt in
de apotheose van een zonnige zomer
een broeierig najaar waar zwoele zomerse zin

Wederom overwon, hoewel de liefde lomer
was, en ’t behagen teder ging, maar toch evenmin
geboorte gaf aan een Kind van Mei, een dagdromer.

Soorten halfrijm:
wanordelijke waarachtigheid waarin (alliteratie)
ik ze van bomen, de atomen vormen een waas (assonantie)zwoele zomerse zin (alliteratie)
 
Het rijmschema is ABBA-ABBA-CDC-DCD en en het soort gedicht is een sonnet, want het betaat uit 14 regels bestaande uit 4 strofen waarvan twee kwatrijnen.

Het nummer dat ik heb gekozen om alles wat ik weet over poëzie op toe te passen is Killing Loneliness van HIM. Het is een van mijn favoriete nummers, dat ook nog eens behoorlijk veel beeldspraak bevat.



                                                     
Killing Loneliness - HIM

Memories, sharp as daggers
Pierce into the flesh of today
Suicide of love took away all that matters
And buried the remains in an unmarked grave in your heart

With the venomous kiss you gave me
I'm killing loneliness (Killing loneliness)
With the warmth of your arms you saved me,
Oh, I'm killing loneliness with you
I'm killing loneliness that turned my heart into a tomb
I'm killing loneliness

Nailed to the cross, together
As solitude begs us to stay
Disappear in the lie forever
And denounce the power of death over our souls and
secret words are said to start a war

With the venomous kiss you gave me
I'm killing loneliness (Killing loneliness)
With the warmth of your arms you saved me,
Oh, I'm killing loneliness with you
I'm killing loneliness that turned my heart into a tomb
I'm killing loneliness

Killing loneliness

With the venomous kiss you gave me
I'm killing loneliness (Killing loneliness)
With the warmth of your arms you saved me


Het rijmschema dat in dit nummer gebruikt wordt, is:

A-B-A-C
A-B-A-C-C-B
A-B-A-C
A-B-A-C-C-B
A-B-A-C-C-B

Het is dus te zien dat er niet gebruik wordt gemaakt van een klassiek rijmschema, maar het meer draait om hoe de woorden vallen op de melodie. Wel wordt er gebruikt gemaakt van vol en halfrijm, steeds aan het einde van de eerste en derde regel van elk vers. Een voorbeeld van halfrijm is 'away all that matters', waarin er gebruik wordt gemaakt van assonantie. Een voorbeeld van alliteratie is het herhalende stuk 'killing loneliness', wat tevens ook een stijlfiguur is, namelijk een herhaling.

Ook wordt er veel gebruik gemaakt van metaforen. Er zit er al meteen een in de titel van het nummer, namelijk 'killing loneliness'. Dit is een personificatie, want je kan natuurlijk niet daadwerkelijk de eenzaamheid doden. Een ander voorbeeld van personificatie in dit nummer is 'the flesh of today'. Verder is het stuk 'memories, sharp as daggers', ook een als-vergelijking. Verder vond ik ook nog een metafoor, namelijk: 'venomous kiss'. Hij vergelijkt hier een kus met vergif. Een andere metafoor is wanneer er wordt gezongen dat zijn hart tot een graf gemaakt is en ook suicide of love staat voor liefdesverdriet en een gebroken hart.

Wanneer je de tekst leest gaat dit nummer over hoe hij de pijn van een gebroken hart probeert te 'vergeten' door middel van een nieuwe liefde. Verder gaat het ook over hoe het het de pijn niet heelt, maar alleen tijdelijk verzacht. De echte betekenis en verklaring voor dit nummer is dat het geschreven is voor een vriend van de leadzanger die verslaafd was aan heroïne en verklaarde dat het zijn pijn en eenzaamheid verzachtte.


woensdag 14 mei 2014

Opdracht 2: Beeldspraak, stijlfiguren en alles wat je anders bedoelt

In het dagelijkse leven maken we gemerkt of onopgemerkt enorm veel gebruik van beeldspraak. Wanneer je ruzie met iemand hebt en meldt dat hij 'zo dom als een ezel' is, bedoel je hier niet mee dat hij letterlijk zo dom is als een ezel, maar wil je wel even nadrukkelijk melden dat hij toch wel echt heel erg dom is. Je maakt hier gebruik van een als-vergelijking. Vervolgens vertelt hij je later in het gesprek dat 'je het niet te nauw met de waarheid neemt', en zo wordt hier weer gebruik gemaakt van een eufemisme om te zeggen dat je eigenlijk gewoon liegt. Jullie besluiten het bij te leggen, maar hij merkt nog wel even op dat je erbij lacht 'als een boer met kiespijn'. Ook dit is het gebruik van een als-vergelijking om te zeggen dat het duidelijk is dat je het niet met plezier doet.

Natuurlijk gebruiken we niet alleen beeldspraak, maar ook vele stijlfiguren in het leven. Een van je vrienden belt je op of je zin hebt om uit te gaan, waarop je antwoordt: 'dat lijkt me geen verkeerd plan!'. Hier gebruik je ongemerkt een stijlfiguur, namelijk een litotes om te zeggen dat het je een goed idee lijkt. Eenmaal in de stad, wanneer je naar een meisje fluit terwijl je vriend zegt dat ze er zeker niet slecht uitziet, maakt hij gebruik van een understatement. Niet slecht betekent hier dat er waarschijnlijk gewoon een bloedmooi wijf langs paradeerde, maar dat zeg je natuurlijk niet. Je merkt later die avond dat je vriend na een paar biertjes al ladderzat is en schreeuwt lachend naar hem dat 'weinig alcohol al teveel kan zijn'. Dit lijkt natuurlijk niet te kunnen, maar jawel, het is een paradox.

De eerste advertentie die ik heb gekozen is die van Greenpeace. Je ziet hier een plastic zak afgebeeld, die de vorm aanneemt van de ontploffing die een atoombom veroorzaakt. In deze advertentie wordt er duidelijk gebruik gemaakt van beeldspraak. Ze proberen door middel van een vergelijking een boodschap over te brengen. De boodschap die hierachter schuilt is denk ik dat wanneer je plastic of ander niet ecologisch afval zomaar in de natuur dumpt dit enorm schadelijke gevolgen zal hebben voor de natuur. Dit laat hij zien door een de schade/gevolg van een atoomboom uit te beelden met de plastic zak.

De volgende advertentie die mij aansprak was meteen de tweede, van de erg oud uitziende vrouw die een sigaret aansteekt met behulp van twee kaarsen die samen 42 maken, wat veel jonger is dan haar voorkomen doet vermoeden. Ook hier is weer gebruik gemaakt van beeldspraak, namelijk van een van-vergelijking. Het eerste wat namelijk bij mij opkwam, was 'je hebt de longen van een oud wijf'. Ik denk dus dat de maker met deze advertentie duidelijk probeerde te maken dat, wanneer je rookt, het z'n tol zal eisen op je lichaam, het slecht voor je is en dat je er eerder dood door zult gaan.

Daarna trok de advertentie van het kauwgom merk Fluogum mijn aandacht. Hier zie je een tandenborstel, maar met een kleine aanpassing. Er zitten geen borstelharen op, maar stukjes kauwgom. Deze advertentie maakt ook gebruik van beeldspraak. Ze proberen namelijk uit te beelden dat het gebruiken van de kauwgom hetzelfde effect zal hebben als het daadwerkelijk poetsen van je tanden met een echte tandenborstel. De boodschap van de maker is dus dat je net zo goed een stukje kauwgom kan pakken van dit merk, als dat je je tanden kan poetsen.

Typiste - Gerrit Achterberg: welke vormen van beeldspraak zijn er te vinden?

'Ik loop in haar geboorte': deze uitspraak is een personificatie van de stad, aangezien deze zelf niet echt geboren kan worden. De geboorte is iets menselijks/dierlijks.
'Schrijfmachine, kleine piano van mijn ziel: dit is een asyndetische vergelijking. De vergelijking bestaat tussen de schrijfmachine en het wat de piano van zijn ziel is. De piano van zijn ziel is hier het object, en de schrijfmachine is de werkelijkheid.
'Doffe perzikhuid': de uitspraak is een synesthesie, het is een combinatie van indrukken van verschillende zintuigen.

Hierna heb ik gekozen voor gedicht 3, Zie je ik hou van je van Herman Gorter, omdat deze mij veel meer aansprak.
Er is in dit gedicht duidelijk sprake van repetitio, namelijk het stuk 'ik hou van je ik hou van je'. Ook is er sprake van een antithese; Ik wou het allemaal zeggen - Maar ik kan het toch niet zeggen. Ook is er sprake van een enumeratie die als volgt gaat:
En je neus en je mond en je haar
En je ogen en je hals waar
Je kraagje zit en je oor
Met je haar er voor


Opdracht 1: Wat is poëzie en wat is het voor mij?

Toen er aan mij gevraagd werd wat poëzie nu precies voor mij inhoudt, kwam ik erachter dat mijn beeld ervan verder gaat dan wat het van Dale ons vertelt. Wanneer ik een definitie zou moeten vormen naar wat het volgens de regels is, is het een dichtvorm waarbij gebruikt wordt gemaakt van rijm, van regels waardoor het aangenamer lijkt op papier dan het klinkt in de oren. Een korte tekst waarbij je je bijna gedwongen voelt emoties te voelen. Zoals ik eerder al zei, verschilt mijn definitie hiervan. Voor mij is poëzie de vorm waarin de mens zichzelf en zijn diepste gevoelens naar woorden vertaalt. Poëzie zijn teksten vastgelegd aan literaire regels, terwijl het niet beperkt en gewaardeerd hoort te worden door regels, omdat het juist een middel is waarin de mens zich ongeremd en grenzeloos moet kunnen uitdrukken. Poëzie is ook steeds meer hetgeen waardoor de jeugd van nu zich als volwaardige dichters ziet. Alhoewel ik mijzelf zeker niet zo zie, zie ik poëzie wel als een prachtige uitlaatklep voor de typische dramatische tienergedachtes die we allemaal wel lijken te hebben. Al zijn het maar amateuristische lappen tekst, waarvoor grote namen zoals Edgar Allan Poe, Shakespeare en Toon Hermans hun neus zouden ophalen, in mijn definitie valt het allemaal binnen de poëzie. Of dat, volgens de taalkundige definitie, daadwerkelijk zo is, is natuurlijk een compleet ander verhaal.

Maar wat is nu echt de definitie van poëzie, zoals we die moeten kennen?
Blijkbaar is poëzie een dichtvorm die gebruikt wordt om gevoelens te uiten in weinig woorden, maar waarbij wel bij elk woord moet worden afgewogen hoe het het mooiste naar voren komt in het gedicht. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan door het gebruik van rijm en andere stijlfiguren.

Met deze definitie ben ik gaan kijken naar de teksten die in de les waren behandeld, en kwam ik erachter dat ik dit wel degelijk onder poëzie vond vallen. De teksten waren voor mij herkenbaar poëzie, omdat er gevoel in lag en het op verscheidene manieren geïnterpreteerd kon worden. Wanneer je de teksten las, werd duidelijk dat dit niet zomaar een paar woorden waren die klakkeloos op papier waren gezet.  De taal die gebruikt werd was vloeiend, en er werd duidelijk gelet op hoe het zou klinken in de gedachten van de lezer.
Er is dan ook een fijne lijn tussen poëzie en proza, en bij Stitou kon ik deze grens niet vinden. Het lijkt als het waar een combinatie van beide, al neigt het naar mijn mening toch meer naar proza door de overduidelijke verhalende vorm die de tekst draagt. Er zaten enkele poëtische kenmerken in zoals dat de vader opstaat uit de kist wanneer de zoon hem dat vraagt, wat natuurlijk niet gebeurt als het daadwerkelijk een verhaal zou zijn. Het klinkt allemaal alsof er een diepere betekenis achterligt.

Uiteindelijk koos ik uit de tien gedichten het Egidiuslied van de anonieme schrijver. Waarom dit poëzie is voor mij? Er wordt veel gebruik gemaakt van stijlfiguren zoals antitheses en herhalingen, waardoor het aan de regels voldoet waaraan je denkt bij poëzie. Het is voor mij ook poëzie door de manier waarop hij zijn gevoelens uit. Er worden weinig verschillende woorden gebruikt, maar zelfs zonder is het immense verdriet van de schrijver om zijn vriend duidelijk te voelen. Nog een reden waarom het voor mij poëzie is; het dwingt je bijna de schrijver zijn pijn te voelen en het laat ondanks de beeldspraken duidelijk zien waar het om draait. Ook de verschillende rijmschema's duiden op poëzie.

Egidiuslied - Anoniem
https://www.youtube.com/watch?v=B30Xgrrqu78

Ik mis je zo, mijn kameraad.
Jij koos de dood, liet mij het leven.
Je vriendschap was er vroeg en laat,
maar 't moest zo zijn, een van ons gaat.

Nu ben je in 't hemelrijk verheven,
helderder dan de zonneschijn,
alle vreugd is jou gegeven.

Ik mis je zo, mijn kameraad.
Jij koos de dood, liet mij het leven.
met deze wereld en zijn kwaad.
Bewaar mijn plaats naast jou nog even,
ik moet nog zingen, in de maat,
tot de dood, die elk te wachten staat.

Ik mis je zo, mijn kameraad.
Jij koos de dood, liet mij het leven.
Je vriendschap was er vroeg en laat,
maar 't moest zo zijn, een van ons gaat.
Egidius, waar ben je gebleven?
Egidius, waar ben je gebleven?
Bid nu voor mij, ik ben verweven
Egidius, waar ben je gebleven?
(vertaling Willem Wilmink)